Lezen: jong geleerd, jong gedaan
Opnieuw tonen PISA-resultaten dat het slecht gesteld is met de leesvaardigheden van onze jeugd. De prognose van PISA in 2018 was dat een kwart van de Nederlandse 15-jarigen risico loopt het onderwijs te verlaten als laaggeletterde. Uit nieuw onderzoek blijkt dat dit nu al gaat om een derde.

Het RID Taal Rekenen komt naar aanleiding van deze uitkomsten met het advies om de leesachterstand al op jonge leeftijd aan te pakken bij de basis. Er zijn al veel initiatieven om het lezen en het leesplezier van jongeren te bevorderen. Expert op het gebied van leesvaardigheid verbonden aan het RID Taal Rekenen Sebastián Aravena zegt: "Als we willen dat alle kinderen er op hun 15e beter voorstaan, dan moeten we ook in de vroege leesontwikkeling alles uit de kast halen." Alleen zo boeken we volgens hem vooruitgang en bieden we kinderen gelijke kansen zodat zij uit kunnen groeien tot 'vaardige lezers'.
Aravena benadrukt dat het investeren in leesplezier een goede zaak is. Maar, zo meent de expert, het begint bij de leestechniek. Daar is veel winst te behalen bij de kleutergroepen. "We hebben in Nederland sterk de neiging om pas vanaf groep 3 echt te beginnen met het leesonderwijs", aldus Aravena. Hoewel er in de voor- en vroegschoolse educatie al wel spelletjes met klanken worden gedaan en kinderen kennis kunnen maken met letters, is dit nog tamelijk vrijblijvend. Hier ontstaan al de eerste, grote verschillen in letterkennis tussen jonge kinderen, afhankelijk van het aanbod buiten school. Door de klank-tekenkoppelingen al vroeg een vaste plek te geven in het curriculum, kunnen scholen ervoor zorgen dat elk kind met dezelfde stevige basis begint.