Geef een tiener status, dan voorkom je pesten
Pestgedrag stoppen is zeker geen makkelijke opgave. Het is dan ook niet voor niks dat orthopedagoog Maud Hensums onderzoek heeft gedaan naar pesten, hoe het ontstaat en hoe het gestopt kan worden. Voor haar proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam bekeek zij samen met haar team een reeks onderzoeken naar pestgedrag en kwam ze op een paar overkoepelende conclusies met betrekking tot de invloed van status en hoe dit eveneens de oplossing kan zijn.

Status is een belangrijke factor in de aanzet tot pesten. Zo constateert Hensums dat kinderen die veel waarde hechten aan hun status en populariteit meer geneigd zijn om pestgedrag te vertonen. Dit komt onder andere doordat pesten en agressie een succesvolle methode is geworden om je populariteit te verhogen. Echter is ook gebleken dat diezelfde kinderen daardoor niet aardiger worden gevonden. De behoefte aan status is in de puberteit ook zeker niet ongewoon. Populair zijn leidt echter voor de meeste niet automatisch tot oprechte vriendschappen en relaties. Daarnaast heeft pesten ernstige gevolgen voor zowel de pester als de gepeste. De drang naar status moet bij het voorkomen van pesten echter niet worden genegeerd, sterker nog, er moet juist gezocht worden naar een nette manier om aan deze behoefte te voldoen om daarmee op de ontwikkeling van een tiener aan te sluiten.
Naast een literaire studie deed Hensum ook nog een experiment met een groep middelbare scholieren. In het experiment kregen de jongeren tien loten waarmee ze geld konden winnen. Vervolgens kregen ze opdracht deze loten eerlijk (vijf om te houden en vijf om weg te geven) of oneerlijk te verdelen (meer bijhouden dan weggeven). De reacties die hun klasgenoten op de twee keuzes zouden kunnen geven, kregen ze vooraf te horen. Uit het experiment bleek dat de jongeren meer geneigd waren de loten eerlijk te verdelen als ze het idee hadden dat ze populariteit konden verliezen wanneer ze kozen voor de oneerlijk manier, aangezien hier negatief op werd gereageerd. Dit impliceert dus volgens de onderzoekers dat status een belangrijke factor kan zijn in het uitlokken van gewenst gedrag. Jongeren taken geven, zoals het meehelpen bij sportwedstrijden, zou dus een onschadelijke manier kunnen zijn om hen toch status te bieden en tegelijkertijd pestgedrag te vermijden.
Tot slot benadrukt Hensum hoe belangrijk het is om pubers te blijven betrekken bij het voorkomen en aanpakken van pesten. Zo werken huidige antipestmethodes en interventies, zeker die waarbij een hele school wordt aangesproken of methodes die bedoeld zijn om empathie op te wekken voor het slachtoffer, juist averechts. Het pestgedrag lijkt na de les of bijeenkomst zelfs toe te nemen. De specifieke oorzaak daarvoor is nog onduidelijk. Wel is duidelijk dat er niet één wonderaanpak is die voor elke school of klas even goed werkt.
Het volledige artikel is te lezen op nu.nl